Een asieldier heeft ook recht op goede zorg

 

Veel van onze gezelschapsdieren hebben in hun leven een periode in een asiel doorgemaakt. Zo’n verblijf in een dierenopvangcentrum is voor een dier geen pretje: de stress van de nieuwe omgeving met alle onbekende geuren, geluiden en mensen kan het immuunsysteem aantasten, zodat honden, katten, konijnen of cavia’s in opvang door stress een grotere kans lopen geïnfecteerd te raken met ziekten die vooral in asielomstandigheden toe kunnen slaan. Zo zullen ziekten als niesziekte of ringworm voor onze eigen huisdieren geen ernstige problemen opleveren, maar voor asieldieren kunnen deze infectieziekten de dood betekenen.

Shelter medicine is de veterinaire discipline die zich vooral bezig houdt met het gezond houden van dieren in dierenopvangcentra (een volgens de wet ‘bedrijfsmatige houderij van gezelschapsdieren’, hoeveel vrijwilligers er ook rondlopen!) en zich beijvert om dieren zo snel mogelijk weer herplaatst te krijgen zodat de verblijfsduur per dier zo kort mogelijk wordt houden. Het is voor het welzijn en de gezondheid van onze gezelschapsdieren het allerbeste om zo snel mogelijk weer een eigen vertrouwd thuis te hebben. 

Wat wij willen doen 

Dit nieuwe vakgebied Shelter medicine wordt sinds 2012 aan de faculteit Diergeneeskunde aan de studenten onderwezen. Terwijl binnen dit zich snel ontwikkelende vakgebied allerlei nieuw onderzoek plaatsvindt waaruit de verrassende inzichten de dierenopvangwereld wel eens sterk kunnen gaan veranderen:

  • Wat betekent het voor de capaciteit van een opvangorganisatie als die bepaald wordt aan de hand van de zorg die men kan bieden (bijvoorbeeld 30 minuten individuele zorg per dier per dag), in plaats van het aantal kennels of het aantal dieren dat aangeboden wordt?
  • Kunnen de kengetallen voor dierenopvangcentra ons helpen bij het meten van effecten van interventies op zowel veterinair als bedrijfsvoering-niveau in dit type bedrijven?
  • Wat zou het effect op de grote aantallen zwerfkatten zijn, als we binnenkort alle kittens in asielen op jonge leeftijd gaan castreren?
  • Zou specialistische opvang van die grote groep asielhonden met gedragsproblemen die voor lange perioden opvangcapaciteit inneemt, een verstandiger aanpak zijn dan de huidige manier waarin elke dierenopvang haar eigen ‘langzitters’ accepteert? 

Het eindresultaat

Als we meer kennis hebben over de bedrijfsmatige houderij van gezelschapsdieren waardoor we onze veterinaire instrumenten effectiever in kunnen zetten, zodat gezelschapsdieren gezond blijven en sneller herplaatst kunnen worden, nemen we onze rol als veterinaire bedrijfsbegeleiders serieus.

 

Wie ik ben

Ik ben dr. Ruth van der Leij. In 1988 studerde ik af als bioloog aan de Groningse universiteit, en werkte daarna 12 jaar in verschillende Nederlanse en Amerikaanse dierenbeschermingsorganisaties. De overstap naar het veterinaire werk voegde daar een uitdagende nieuwe wereld aan toe. Sinds mijn afstuderen in 2007 ben ik als eerstelijns dierenarts in de praktijk aan de slag gegaan, maar bleef daarnaast ook 1 dag per week werkzaam als medewerker binnen het Departement Dier, Wetenschap en Maatschappij.

Wat ik doe

In 2009 heb ik dan ook besloten Bedrijfsdiergeneeskunde voor gezelschapsdieren (Shelter Medicine) binnen het Departement Gezelschapsdieren te halen. Sindsdien zet ik me in om Shelter Medicine verder te ontwikkelen, de tak van diergeneeskunde die zich richt op gezelschapsdieren die in groepen gehouden worden. Dat kan bij fokkers en in pensions zijn, maar het betreft vooral dieren in dierenopvangcentra. Jaarlijks vangen ongeveer 115 dierenopvangcentra in Nederland duizenden honden, katten en andere dieren op. Omdat deze manier van dierenhouden een andere aanpak vereist, legt Shelter Medicine vooral nadruk op preventie van ziekten.

Ziektepreventie vereist een beoordeling van bijvoorbeeld de infectiedruk (welke ziekten en transmissieroutes, juist gebruik van quarantaine en ziekenboeg), de effectiviteit van preventieve maatregelen (vaccingebruik in verschillende opvangsituaties, hygiëneprotocollen en werklijnen voor het personeel), de weerstand van dieren (stressvermindering door aanpassing huisvesting, snellere doorstroming van dieren, all in all out-systeem), met als einddoel: minder dieren in opvang en degenen die binnen komen gezond houden zodat ze sneller herplaatst kunnen worden.

In 2013 mocht ik de Moyra Stava-Morena prijs 2012 voor het initiëren en ontwikkelen van het vakgebied Shelter Medicine ontvangen. Dat was een geweldig moment!

Wil je meer over mij weten? Klik dan hier.